Inleiding
(Bedragen x € 1.000) | |||
Omschrijving heffing | Primaire begroting 2022 | Begroting 2022 na wijzigingen | Begroting 2023 |
---|---|---|---|
Rioolheffing | 6.726 | 6.726 | 7.051 |
Leges titel 1 | 719 | 719 | 783 |
Leges titel 2 | 1.628 | 1.547 | 1.428 |
Leges titel 3 | 37 | 37 | 39 |
Onroerendezaakbelastingen | 12.642 | 12.642 | 13.559 |
Forensenbelasting/ toeristenbelasting | 1.496 | 1.496 | 1.687 |
Afvalstoffenheffing | 6.484 | 6.484 | 6.282 |
Begraafplaatsen | 958 | 958 | 1.069 |
Marktgelden | 56 | 56 | 60 |
Hondenbelasting | 405 | 377 | 404 |
Totaal | 31.151 | 31.042 | 32.362 |
De Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) verzorgt de heffing en inning van de heffingen voor de gemeente, met uitzondering van de leges die vallen onder titel 1 van de Legesverordening (bijvoorbeeld reisdocumenten, rijbewijzen en huwelijken). In de volgende paragrafen zijn de voorlopige tarieven opgenomen.
De definitieve tarieven worden via de verordeningen aan de gemeenteraad voorgelegd.
Belastingen
In deze begroting onderscheidt de gemeente de volgende belastingen: Onroerende zaakbelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting en forensenbelasting.
Voor de belastingen, hanteert de gemeente de geharmoniseerde consumenten prijsindex (HICP) die bij de Kadernota is vastgesteld.
Onroerendezaakbelasting (OZB) / waarde onroerende zaak (WOZ) ontwikkeling
Voor de onroerendezaakbelasting worden jaarlijks alle onroerende zaken binnen de gemeente gewaardeerd. De Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht voert deze herwaardering uit. Door marktontwikkelingen kan de WOZ fluctueren. Het is staand beleid deze fluctuatie, bij een nieuw WOZ-tijdvak, te corrigeren in het OZB-tarief. Een stijging van de totale waarde van het onroerend goed leidt normaliter tot een daling van het tarief, een daling tot een verhoging van het tarief.
Op 1 januari 2023 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2022. Deze geeft de marktontwikkeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2022.
Voor het WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2022 houdt de gemeente rekening met een gemiddelde prijsstijging van 13,5 % voor woningen. Voor niet-woningen houdt de gemeente rekening met een gemiddelde prijsstijging van 1%. Deze percentages komen uit de Mei-circulaire 2022 en geven de landelijke trend weer. De cijfers zijn dus niet specifiek voor onze gemeente. Op basis van bovenstaande gemiddelde prijsstijging voor de waarde van woningen/niet woningen enerzijds en de HICP stijging anderzijds, houdt de gemeente voor 2022 voorlopig rekening met de in onderstaande tabel genoemde tarieven.
Opbrengst Onroerendezaakbelasting | Tarief 2022 | Tarief 2023 (voorlopig) |
---|---|---|
Woning | ||
- Eigenaar | 0,1076% | 0,1048% |
Niet-woning | ||
- Eigenaar | 0,2025% | 0,2104% |
- Gebruiker | 0,1683% | 0,1826% |
In december 2022 ontvangt de gemeente van BghU de definitieve waardeontwikkeling van het onroerend goed voor onze gemeente. Op basis van deze waardeontwikkeling berekent de gemeente de definitieve tarieven.
Hondenbelasting
In dit tarief is rekening gehouden met 7,26 % HICP. Voor 2022 resulteert dit in de onderstaande tarieven.
Hondenbelasting | ||
---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2022 | Tarief 2023 |
1e hond | € 91,89 | € 98,56 |
2e hond | € 151,94 | € 162,97 |
Elke volgende hond | € 205,10 | € 219,99 |
BghU controleert jaarlijks 20% van het totale woningenbestand op het bezit van honden. Dit betekent dat iedere woning van onze gemeente eens in de vijf jaar wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van één of meerdere honden.
Forensen- / Toeristenbelasting
In dit tarief is rekening gehouden met 7,26 % HICP. Voor 2022 resulteert dit in onderstaande tarieven:
Forensen/ Toeristenbelasting | ||
---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2022 | Tarief 2023 |
Tarief forensenbelasting per object | € 325,60 | € 349,24 |
Tarief toeristenbelasting mobiele kampeeronderkomens en stacaravans per persoon per overnachting | € 1,25 | € 1,34 |
Tarief toeristenbelasting overige verblijfsaccommodaties per persoon per overnachting | € 1,93 | € 2,07 |
De toeristenbelasting 2022 wordt - na verzending van de aangiftebiljetten - in 2023 opgelegd. Op grond van de opgaaf in juli 2022 obv de aantallen in 2021 en de verdeling over de twee categorieën wordt het begrote bedrag in de begroting 2023 met € 82.000 verhoogd, naast indexatie op grond van de HICP. Echter het blijft lastig in te schatten of de aantallen van 2021 ook daadwerkelijk de aantallen voor 2023 zullen zijn gezien in 2021 Corona een rol van betekenis had en er veel mensen in Nederland op vakantie gingen.
(Bestemmings)heffingen en rechten
In deze begroting onderscheidt de gemeente de volgende (bestemmings) heffingen en rechten: (Bestemming)heffingen; bedrijveninvesteringszone (BIZ), afvalstoffenheffing, rioolheffing.
Rechten: marktgelden, begraafrechten en leges.
Voor de (bestemmings)heffingen en rechten hanteert de gemeente in beginsel het uitgangspunt van 100% kostendekkende tarieven. Dit is de maximale benutting van de wettelijke mogelijkheden. Deze opbrengsten zijn bedoeld als dekking (of gedeeltelijke dekking) van de specifieke lasten verband houdend met de collectieve voorzieningen en individuele diensten.
Overige belastingen - Bedrijveninvesteringszone (BIZ)
In de winkelcentra van Doorn, Driebergen en Leersum zijn BedrijvenInvesteringsZones. De BghU heft deze (bestemmings)heffing volgens de verordeningen) en de gemeente keert deze uit aan de BIZ-verenigingen.
Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten
De tarieven afvalstoffenheffing en reinigingsrechten dalen met 1,74% ten opzichte van de tarieven van 2022. Naast indexatie van het budget is er € 100.000 onttrokken aan de voorziening tariefegalisatie afval. Per ultimo 2021 oversteeg de stand van de voorziening het plafond. Daarom heeft een verrekening in het tarief van 2023 plaatsgevonden. Dit leidt tot een tariefdaling. Ook voor 2024 tot en met 2026 wordt voorgesteld om jaarlijks € 100.000 te onttrekken uit de voorziening ten gunste van het tarief.
Overzicht kostendekkendheid Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2022 | 2023 |
---|---|---|
Taakveld afval (inclusief directe loonkosten en rente) | 5009 | 5144 |
Taakveld belastingen BghU | 120 | 120 |
Taakveld overhead | 720 | 713 |
Taakveld huisvesting gemeentewerf | 334 | 345 |
Taakveld minimabeleid-lokaal (kwijtschelding) | 235 | 235 |
Compensabele btw | 753 | 753 |
Totaal lasten | 7.171 | 7.310 |
Baten | ||
Baten reinigingsrechten | 6.484 | 6.481 |
Overige baten | 687 | 829 |
Totaal baten | 7.171 | 7.310 |
Percentage Kostendekkendheid | 100% | 100% |
Tarieven afvalstoffenheffing | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2022 | Tarief 2023 | Afwijking in % |
Per perceel | € 257,70 | € 253,22 | -1,74% |
Bij meerpersoonshuishoudens | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Bedrijven (excl. btw) | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Rioolrechten
De rioolrechten stijgen met 2,76% ten opzichte van de tarieven 2022. De stijging is het gevolg van indexatie en mutaties op de spaarvoorziening.
Overzicht kostendekkendheid Rioolrechten | (Bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2022 | 2023 |
Taakveld riool (inclusief directe loonkosten en rente) | 5.230 | 5.710 |
Taakveld belastingen BghU | 85 | 85 |
Taakveld overhead | 890 | 936 |
Taakveld huisvesting gemeentewerf | 313 | 323 |
Taakveld minimabeleid-lokaal (kwijtschelding) | 225 | 225 |
Compensabele btw | 850 | 850 |
Totaal lasten | 7.593 | 8.129 |
Baten | ||
Baten rioolrecht | 6.726 | 7.051 |
Overige baten | 867 | 1.078 |
Totaal baten | 7.593 | 8.129 |
Percentage Kostendekkendheid | 100% | 100% |
Tarieven Rioolrecht | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2022 | Tarief 2023 | Afwijking in % |
Per perceel | € 249,55 | € 256,44 | 2,76% |
Bij meerpersoonshuishoudens | € 312,10 | € 320,71 | 2,76% |
Marktgelden
De marktgelden zijn geïndexeerd met 7,26% HICP.
Overzicht kostendekkendheid Marktgelden | (Bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2022 | 2023 |
Taakveld weekmarkt (inclusief directe loonkosten) | 51 | 68 |
Taakveld overhead | 43 | 38 |
Taakveld bghu | 1 | 1 |
Totaal lasten | 95 | 107 |
Baten | ||
Marktgelden | 56 | 60 |
Overige baten | 9 | 10 |
Totaal baten | 65 | 70 |
Percentage Kostendekkendheid | 68% | 65% |
Begraafrechten
De begraafrechten zijn geïndexeerd met 7,26% HICP.
Overzicht kostendekkendheid Begraafrechten | (Bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | 2022 | 2023 |
Taakveld begraafplaatsen (inclusief directe loonkosten) | 790 | 860 |
Taakveld overhead | 302 | 337 |
Taakveld belastingen bghu | 6 | 6 |
Totaal lasten | 1.098 | 1.203 |
Baten | ||
Baten begrafenisrechten | 958 | 1.069 |
Overige baten | 1 | 1 |
Totaal baten | 959 | 1.070 |
Percentage Kostendekkendheid | 87% | 89% |
Leges
(Bedragen x €1.000) | |||
Kostendekkendheid leges totaal | Lasten | Baten | Afwijking in % |
I | 997 | 783 | 79% |
II | 1.428 | 1.428 | 100% |
III | 366 | 39 | 11% |
Totaal | 2.791 | 2.250 |
Overzicht kostendekkendheid Titel 1 Algemene Dienstverlening | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2022 | 2023 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 1 (inclusief directe loonkosten en rente) | 611 | 606 |
Taakveld overhead | 398 | 391 |
Totaal lasten | 1.009 | 997 |
Baten | ||
Baten leges titel 1 | 719 | 783 |
Totaal baten | 719 | 783 |
Percentage Kostendekkendheid | 71% | 79% |
Titel 1 kent een aantal producten waarvan de leges van rijkswege worden vastgesteld of gemaximeerd. Daarnaast zijn er producten/diensten waarbij er wel ruimte is voor eigen tariefbepaling. De afweging is daarbij tarieven realistisch te houden en tegelijk te streven naar maximale kostendekkendheid.
Overzicht kostendekkendheid Titel 2 Dienstverlening die valt onder de fysieke leefomgeving /omgevingsvergunning | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2022 | 2023 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 2 (inclusief directe loonkosten en rente) | 866 | 791 |
Taakveld overhead | 671 | 627 |
Taakveld belastingen bghu | 10 | 10 |
Totaal lasten | 1.547 | 1.428 |
Baten | ||
Baten leges titel 2 | 1.547 | 1.428 |
Totaal baten | 1.547 | 1.428 |
Percentage Kostendekkendheid | 100% | 100% |
Gelet op de invoering van de Wet Kwaliteitsborging en de Omgevingswet in 2023 kunnen minder lasten worden toegerekend aan het product leges titel 2. In de begroting zijn de baten en lasten verlaagd. De bijstelling is gemeld in de kadernota.
Overzicht kostendekkendheid Titel 3 Dienstverlening die valt onder de Europese Dienstrichtlijnen | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2022 | 2023 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 3 (inclusief directe loonkosten en rente) | 206 | 152 |
Taakveld overhead | 218 | 214 |
Totaal lasten | 424 | 366 |
Baten | ||
Baten leges titel 3 | 37 | 39 |
Totaal baten | 37 | 39 |
Percentage Kostendekkendheid | 9% | 11% |
Een groot aantal van de producten en diensten welke vallen onder Titel 3, is vanuit de legesverordening vrijgesteld van leges. Dit maakt dat het met de overblijvende producten niet mogelijk is een kostendekkendheid te bereiken van 100%.
Kwijtscheldingsbeleid
De BghU voert het kwijtscheldingsbeleid uit. Er bestaat uitsluitend een mogelijkheid voor volledige kwijtschelding. Gedeeltelijke kwijtschelding is niet mogelijk. Inwoners met een inkomen tot 100% van het voor hen geldende minimuminkomen komen in aanmerking voor kwijtschelding.
De inkomenstoets wordt in beginsel uitgevoerd op basis van de informatie die via het inlichtingenbureau beschikbaar is. Indien deze informatie ontoereikend is, vraagt BghU aanvullende informatie op.
Kwijtschelding kan worden verleend voor afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting voor het houden van een eerste en tweede hond.
De betalingscapaciteit van een belastingplichtige wordt bepaald aan de hand van het netto besteedbare inkomen, afgezet tegen het normbedrag voor de algemene kosten van het bestaan. In de begroting 2023 houdt de gemeente voor het totale kwijtscheldingsbeleid rekening met een bedrag van € 468.000. Dit bedrag is ongewijzigd ten opzichte van 2022. .
Ontwikkeling lokale lastendruk
De lokale lastendruk wordt bepaald aan de hand van de ontwikkeling van de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Op basis van raadsbesluiten voor het gemeentelijk rioleringsplan, het afvalstoffenbeleidsplan en de Kadernota 2023, stijgt de lokale lastendruk in 2023.
De stijging is het gevolg van:
•Aanpassing van de tarieven aan de HICP (7,26 %);
•Daling van de tarieven voor afvalinzameling met 1.74%. Naast indexatie van het budget is er € 100.000 onttrokken aan de voorziening tariefegalisatie afval.
•Stijging van de tarieven riool 2,76% als gevolg van de HICP, de jaarlijkse toevoeging aan de spaarvoorziening (3%) en daarnaast een onttrekking aan de voorziening (7,5%)
De exacte stijging voor een inwoner hangt af van de specifieke omstandigheid. In onderstaande tabellen is een overzicht van de lastendruk gegeven waarbij vooral de waarde van het onroerend goed (en dus de af te dragen OZB) een variabele is.
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 300.000,- op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2023 met waardepeildatum 1 januari 2022 (waardepeildatum 2021 = € 275.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 300.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2022 | 2023 | Afwijking in % |
OZB | € 296,33 | € 314,40 | 6,10% |
Afvalstoffenheffing | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Rioolheffing | € 312,10 | € 320,71 | 2,76% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 296,33 | € 314,40 | 6,10% |
Gebruiker | € 634,27 | € 637,27 | 0,47% |
Eigenaren en gebruiker | € 930,60 | € 951,67 | 2,26% |
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 500.000 op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2023 met waardepeildatum 1 januari 2022 (waardepeildatum 2021 = € 459.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 500.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2022 | 2023 | Afwijking in % |
OZB | € 493,88 | € 524,00 | 6,10% |
Afvalstoffenheffing | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Rioolheffing | € 312,10 | € 320,71 | 2,76% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 493,88 | € 524,00 | 6,10% |
Gebruiker | € 634,27 | € 637,27 | 0,47% |
Eigenaren en gebruiker | € 1.128,15 | € 1.161,27 | 2,94% |
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 750.000,- op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2023 met waardepeildatum 1 januari 2022 (waardepeildatum 2021 = € 689.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 750.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2022 | 2023 | Afwijking in % |
OZB | € 740,83 | € 786,00 | 6,10% |
Afvalstoffenheffing | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Rioolheffing | € 312,10 | € 320,71 | 2,76% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 740,83 | € 786,00 | 6,10% |
Gebruiker | € 634,27 | € 637,27 | 0,47% |
Eigenaren en gebruiker | € 1.375,10 | € 1.423,27 | 3,50% |
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 1.000.000,- op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2023 met waardepeildatum 1 januari 2022 (waardepeildatum 2021 = € 918.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 1.000.000 | |||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2022 | 2023 | Afwijking in % |
OZB | € 987,77 | € 1.048,00 | 6,10% |
Afvalstoffenheffing | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Rioolheffing | € 312,10 | € 320,71 | 2,76% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 987,77 | € 1.048,00 | 6,10% |
Gebruiker | € 634,27 | € 637,27 | 0,47% |
Eigenaren en gebruiker | € 1.622,04 | € 1.685,27 | 3,90% |
Plaats ranglijst Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)
Op basis van het rapport Atlas van de Lokale Lasten 2022 van COELO, het kennisinstituut op het gebied van lokale en regionale lasten, wordt jaarlijks een ranglijst gepresenteerd met de lokale lastendruk per gemeente. Het woonlastenoverzicht in het rapport kent 354 (deel)gemeenten. Plaats 1 staat voor de laagste lasten, plaats 374 voor de hoogste lasten. Gemeente Utrechtse Heuvelrug staat op plaats 338 voor meerpersoonshuishoudens met een eigen woning en op plaats 341 voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning.
Toelichting plaats op de ranglijst
In onderstaande tabel wordt de lastendruk van de gemiddelde gemeente in 2022 weergegeven op basis van het rapport van COELO. Vergelijking van de lasten van de gemiddelde gemeente in 2022 op basis van een meerpersoonshuishouden, met de lasten op basis van de tarieven in 2022 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, verklaart de plaats van de gemeente op de ranglijst en de hoge lokale lastendruk.
Lastendruk | Gemiddelde gemeente | Utrechtse Heuvelrug | Afwijking in % |
---|---|---|---|
Afvalstoffenheffing | € 317,00 | € 322,00 | 1,58% |
Rioolheffing | € 207,00 | € 312,00 | 50,72% |
Percentage OZB | 0,0987% | 0,1076% | 9,02% |
Waarde onroerend goed(*) | € 338.000,00 | € 421.000,00 | 24,56% |
Lokale Lastendruk | € 857,61 | € 1.087,00 | 26,75% |
(*) gemiddelde waarde onroerend goed WOZ-tijdvak 1 januari 2022 op basis van waardepeildatum 1 januari 2021. Deze geeft de marktonwikkeling tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021. |
Berekening ontwikkeling lastendruk op basis van de gemiddelde waarde onroerend goed UHR
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het verschil in lokale lasten van onze gemeente in vergelijking met een gemiddelde gemeente circa 27 % is.. Dit wordt met name veroorzaakt door dat de gemeente een hoger rioolheffing heeft en dat er sprak is van een hogere gemiddelde waarde van het onroerend goed.
De hogere rioolheffing, circa 50 % wordt deels veroorzaakt door de bebouwing in onze gemeente. Er zijn relatief weinig aansluitingen per kilometer riool. Dit in tegenstelling tot andere gemeenten waar door de dichte bebouwing het aantal aansluitingen per kilometer riool veel hoger is. Gevolg hiervan is dat we relatief hoge kosten moeten maken om ons riool te onderhouden. Voorts leidt de keuze in het Gemeentelijk Rioleringsplan voor de vorming van de spaarvoorziening tot hogere kosten. De spaarvoorziening wordt gebruikt om de boekwaarden van nieuwe investeringen riolering te verlagen. Het effect is dat de kapitaallasten op termijn worden beperkt of zelfs komen te vervallen.
De gemiddelde waarde van het onroerend goed in UHR ligt ongeveer 25% boven het landelijk gemiddelde. Het te heffen percentage voor de onroerendezaakbelasting ligt in onze gemeente in 2021 ca. 9% boven het landelijk gemiddelde. Hierdoor betaalt de inwoner in onze gemeente uiteindelijk toch relatief veel OZB.
De relatief hoge waarde van het gemiddelde onroerend goed en het relatief lage OZB-tarief maakt dat de gemeente een hoge onbenutte belastingcapaciteit heeft (de ruimte die er is om de OZB naar een maximum te verhogen). Gemeenten waar de gemiddelde waarde van het onroerend goed hoog is, hebben het nadeel dat ze hiervoor worden gekort op hun algemene uitkering. Dit vanuit de gedachte dat deze gemeenten de mogelijkheden hebben om via de OZB extra middelen binnen te halen.
We zien dat onze gemeente op de COELO-ranglijst door vergelijkbare gemeenten wordt omringd. De karakteristieken van deze gemeenten brengen met zich mee dat deze gemeenten hoog scoren op de plaatsingslijst van COELO.
Ontwikkeling Lastendruk eenpersoonshuishouden op basis van € 459.000 | |||
Lastendruk | 2022 | 2023 | Afwijking in % |
---|---|---|---|
OZB | € 453,00 | € 481,22 | 6,23% |
Afvalstoffenheffing | € 257,70 | € 253,22 | -1,74% |
Rioolheffing | € 249,55 | € 256,44 | 2,76% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 453,00 | € 481,22 | 6,23% |
Gebruiker | € 507,25 | € 509,66 | 0,48% |
Eigenaren en gebruiker | € 960,25 | € 990,88 | 3,19% |
Op 1 januari 2023 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2022. Deze geeft de marktontwikkeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2022.
In de bovenstaande tabel geven wij inzicht in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen op basis van een éénpersoonshuishouden met een gemiddelde WOZ-waarde van € 459.000,- met waardepeildatum 1 januari 2022 (waardepeildatum 1 januari 2021 = € 421.000,-).
Ontwikkeling Lastendruk meerpersoonshuishouden op basis van € 459.000 | |||
Lastendruk | 2022 | 2023 | Afwijking in % |
---|---|---|---|
OZB | € 453,00 | € 481,22 | 6,23% |
Afvalstoffenheffing | € 322,17 | € 316,56 | -1,74% |
Rioolheffing | € 312,10 | € 320,71 | 2,76% |
Totaal: | |||
Eigenaren | € 453,00 | € 481,22 | 6,23% |
Gebruiker | € 634,27 | € 637,27 | 0,47% |
Eigenaren en gebruiker | € 1.087,27 | € 1.118,49 | 2,87% |
Op 1 januari 2023 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2022. Deze geeft de marktontwikkeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2022.
In de bovenstaande tabel geven wij inzicht in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen op basis van een meerpersoonshuishouden met een gemiddelde WOZ-waarde van € 459.000,- met waardepeildatum 1 januari 2022 (waardepeildatum 1 januari 2021 = € 421.000,-).